Ruim 40 belangstellenden meldden zich tijdens de Fairtradeweek voor de wandeling langs de Goudse textielhistorie. Die belangstelling was zó groot, dat het gezelschap in twee groepen werd verdeeld. Die gingen onder leiding van de gidsen Marianne en Eliana bij stralend weer op pad, nadat ze in de studio van RTV Gouwestad op fairtrade koffie en thee werden onthaald.
Maar voor dat de groepen zich in de historie van de textiel stortten, werd eerst aandacht besteed aan het hedendaagse onrecht in de kledingindustrie. De enorme vervuiling, de mensonterende werkomstandigheden en de ongelijkheid in de beloning tussen de kleine boeren en de grote kledingmerken. Dat het gelukkig ook anders kan laten in Gouda sommige kledingzaken zien, zoals Terre des Hommes, Karakter en Louloúdi aan de Lange Groenendaal en BiBliss in de Kleiwegstraat. Zij verkopen eerlijke, duurzame kleding.
Na dit ‘lesje’ vertrokken de groepen voor een wandeling langs het rijke verleden van de Goudse kledingindustrie. De tocht voerde langs de Wijdstraat en de Markt waar in vroeger jaren een Lakenhal heeft gestaan; de plek waar de lakens werden verhandeld. Om aan de productie van wol mee te mogen doen, moest een handelaar een ‘poorter’ zijn, een inwoner (binnen de stadspoorten) van Gouda. Om tot wollen kleding te komen moest een veelheid van stappen worden doorlopen. Maar het begint met wol van goede kwaliteit. In Gouda werd uitsluitend gewerkt met Engelse wol van hoge kwaliteit. De handel was voorbehouden aan ‘drapeniers’ of ‘drapiers’. Dat werd verteld terwijl de wandelaars stilstonden bij de Drapiersteeg. Ze kwamen toen net van de plek waar een van de twee volmolens stond, bij de Punt. In de volmolen werd de wol gestampt in urine; niet voor niets stonden die volmolens aan de rand van de stad. Aanvankelijk gebeurde dat stampen met blote voeten, maar later werd dat proces met machines gedaan. De aldus verkregen vervilte wollen kleden werden op raamwerken gespannen om ze op te rekken. De straat waar dit gebeurde, dankt zijn naam aan die raamwerken: de Raam. Het verven van de wol gebeurde in grote verfketels. Wie vóór de Agnietenkapel gaat staan, ziet in het straatstenen motief nog de vorm van drie van die ketels.
Bleekvelden
De beide gidsen hadden nog veel meer te vertellen over de wandeltocht en de Goudse kledinghistorie. Bijvoorbeeld over de bleekvelden bij het Maria Magdalenaklooster (op de plek waar nu de Cheese Experience zit) en over de Speldenmakerssteeg. Of over het spinnen en weven van de wol, iets dat veelal een vorm van huisnijverheid was. Dat eindigde met het aanbrengen van loodjes, inderdaad de ‘laatste loodjes’, om te waarborgen dat het hier om hoogwaardige Goudse producten ging.
Natuurlijk ging de tocht ook langs de Garenspinnerij, waar garen werden gesponnen op grote machines. Het markeert de omslag van kleinschalige huishoudelijke nijverheid naar grootschalige industrie. Maar daarmee ook van de teloorgang van de verbintenis van een nijverheid aan de stad. De kledingindustrie heeft eeuwenlang in de haarvaten van de Goudse samenleving gezeten. Dat is voltooid verleden tijd. Wat blijft is de wens van veel Gouwenaars om eerlijke kleding te kopen. Kleding die duurzaam en eerlijk is gemaakt. Eerlijke kleding, eerlijke mode. Fairfashion dus, zoals het motto van deze Fairtradeweek was.
Aan het slot kregen de wandelaars een hapje en een drankje bij Outdoor Gouda aan de Nieuwehaven.
Tekst: Frank van der Knaap
Foto’s: Lucas Nijenhuis